Terug naar het oude normaal? 'Straks ben ik weer de uitzondering, die continu z'n grenzen aan moet geven'

© Pixabay
UTRECHT - Werknemers die volop thuiswerken? Onmogelijk, dacht de gemiddelde werkgever. Een pubquiz achter de laptop? Saai. College vanaf de bank in de woonkamer? Geen leraar die er enthousiast van werd. Toch moest het, toen vorig jaar de coronacrisis uitbrak. "Nu we in een overgangsperiode zitten, is dit het perfecte moment om uit te zoeken welke lessen we hieruit vast kunnen leggen", vindt hoogleraar Stefan van der Stigchel.
De 33-jarige Anne Van de Beek is autistisch. De eerste lockdown betekende ook voor haar "een grote verandering en veel onzekerheid". Toch was het niet alleen maar lastig. "Op een bepaalde manier gaf het meer duidelijkheid, omdat we externe kaders opgelegd kregen", zegt de Utrechtse.
Die grenzen lijken inmiddels wat te vervagen, merkt ze. "De anderhalvemetermaatregel bijvoorbeeld. In het begin werd die goed nageleefd, maar na een tijdje kwamen er versoepelingen en gingen mensen zich steeds minder aan de regel houden. Toen werd het lastiger voor mij, want daardoor werd het juist minder duidelijk."

Prikkels

In het begin van de coronacrisis, toen bij veel mensen de agenda werd leeggeveegd en het sociale leven op een laag pitje kwam te staan, vond Van de Beek dat helemaal niet zo erg. "Ik had ineens het idee dat iedereen op mijn tempo functioneerde. Volgens mij was het voor meer mensen fijn."
Sommige mensen vinden het heel fijn om straks weer aan een variatie in prikkels blootgesteld te worden, voor anderen is het minder prettig
Stefan van der Stigchel, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht
Mensen op het randje van een burn-out, hoogsensitieve personen of autistische mensen zoals Anne kunnen inderdaad baat hebben gehad bij de levensstijl die de coronacrisis met zich meebracht, denkt Stefan van der Stigchel van de Universiteit Utrecht. "Het is overigens niet zo dat we minder prikkels hebben gehad, maar het is een type prikkel die ontbrak. Tijdens de lockdown waren de prikkels constant en gelijk, er was weinig variatie. Sommige mensen vinden het heel fijn om daar straks weer aan blootgesteld te worden, voor anderen is het minder prettig."

College of congres vanuit huis

Hij ziet dat bij de FieldLab-experimenten, waar wordt getest hoe mensen zich in verschillende groepen bewegen. "Je ziet dat mensen weer even moeten wennen, maar na een kwartier weer helemaal losgaan. Tegelijkertijd is het wel goed om te beseffen dat dit een bepaald type mens is dat zich hiervoor aanmeldt. Maar toch: over het algemeen wen je weer snel aan de drukte."
Ik hoop dat evenementen digitaal toegankelijk blijven. Dat zou voor zoveel mensen met een beperking of ziekte verschil kunnen maken, als je je college of congres vanuit huis kan volgen.
Anne Van de Beek
En precies dát is iets waar Anne tegen opziet, als straks alles weer teruggaat naar het 'oude normaal'. "Ik hoop dat we het eerder zullen accepteren als iemand bijvoorbeeld aangeeft geen handen te willen schudden. Of dat het gangbaarder wordt om eerst even te vragen of de ander dat wel wil. Verder hoop ik dat evenementen digitaal toegankelijk blijven. Dat zou voor zoveel mensen met een beperking of ziekte een verschil kunnen maken, als je je college of congres vanuit huis kan volgen."

Kantoortuinen

Het is goed als werknemers en werkgevers dit gesprek met elkaar aangaan, denkt Van der Stigchel. "Waarschijnlijk heeft jouw werkgever ook ervaren dat deze periode voor sommige werknemers beter heeft gewerkt. Veel kantoren zijn hun ruimtes daarop al aan het aanpassen. Werknemers zijn hartstikke productief geweest, ondanks alles. Kantoortuinen zijn voor sommige mensen echt een oorzaak geweest van concentratieproblemen op het werk. Vijf dagen op kantoor zou niet meer per se de norm moeten zijn. We zijn er ineens toe gedwongen om de stap te maken en hebben nu alle techniek om thuis te werken. Het zou zonde zijn om dat nu allemaal achter ons te laten."
Voor Anne zou dat haar leven in het post-coronatijdperk vergemakkelijken. "Ik ben bijvoorbeeld absoluut niet voor volledig digitale zorg, maar ik hoop wel dat het een mogelijkheid blijft waar je kunt kiezen voor e-consults of videobellen met je behandelaar. En ook dat er meer acceptatie is als je niet met een grote groep af kunt spreken. Straks ben ik weer de uitzondering, die continu z'n grenzen aan moet geven. Of degene die thuis zit, terwijl de rest iets leuks aan het doen is. Dat voelt eenzaam, terwijl het contact het laatste jaar veel digitaal was. Dat was fijn voor mij."