80 jaar februaristaking Utrecht: 'Dat was wel iets anders dan met een fluitje naar het Malieveld'

UTRECHT - Tachtig jaar geleden legden fabrieksarbeiders het werk neer uit protest tegen de jodenvervolging van de Duitse bezetters. Gisteren werd stilgestaan bij de bekendste staking: die van 25 februari in Amsterdam. Maar minder bekend is dat een dag later ook Utrechtse arbeiders massaal het werk neerlegden.
Dat de staking in Amsterdam pas een dag later in Utrecht een vervolg kreeg is niet verwonderlijk, zegt historicus Ad van Liempt. "Staken was zeer ongewoon en zeer gevaarlijk en je kan je bijna niet voorstellen hoe slecht de communicatie in die tijd was."

'Amsterdam staakt - wij ook'

Een pamflet met de kop 'Amsterdam staakt - wij ook' en de verhalen die uit hoofdstad binnensijpelden zorgden ervoor dat op de ochtend van 26 februari in de kantine van het Werkspoor werd opgeroepen om te gaan staken. Er werd getwijfeld en er ontstond discussie. "De animo is dan niet zo groot", zegt Van Liempt. "Tot de zoon van de directeur op staat en oproept om niet te gaan staken." Dat blijkt de ommekeer: de zoon is allesbehalve geliefd bij zijn collega's en even later lopen de fabrieksarbeiders de poort uit.
Van Liempt: "Toen zijn ze naar Jaffa (een machinefabriek aan de Vleutenseweg, red) gegaan en naar Demka, die hele grote fabriek aan het kanaal. Daar hebben ze dus duizenden arbeiders los gekregen." Uiteindelijk doen de stakers meer fabrieken in de stad aan.
Fabriekshal van machinefabriek Jaffa in 1940.
Fabriekshal van machinefabriek Jaffa in 1940. © Collectie Het Utrechts Archief
Over de Utrechtse staking was lang weinig bekend. Meer dan een zinnetje in een standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog werd er niet aan gewijd. Van Liempt spoorde veertig jaar geleden als journalist voor het Utrechts Nieuwsblad zelf stakers uit de stad op. "Er was niks, daarom vond ik het toen als journalist een belangrijk onderwerp."
Mede dankzij het werk van Van Liempt zijn de verhalen boven tafel gekomen. Wat hij mist zijn foto's. Van de acties in Utrecht zijn voor zover bekend geen beeldmateriaal. "Buitengewoon frustrerend dat het er niet is." Van Liempt houdt hoop dat er op een zolder in een oud fotoboek toch ergens foto's van die 26 februari zijn.
Een van de stakers vertelde aan Van Liempt dat ze in een optocht over de Amsterdamsestraatweg naar de stad liepen om te demonstreren. De stakers hielden zich flink, maar waren bang. Aan de kant van de weg stonden Duitsers met geweren. Van Liempt: "Dat is wel iets anders dan met een petje en een fluitje naar het Malieveld."

Doodstraf voor raddraaiers

Diezelfde avond staat er in de avondkranten een waarschuwing voor de stakers. Nieuwe onrust zou keihard worden aangepakt. Staking is sabotage en raddraaiers zouden tot de dood worden veroordeeld.
De boodschap in de avondkrant is een van de eerste daden van de nieuwe commissaris der provincie Frits Müller, die drie dagen eerder werd aangesteld. Van Liempt: "Dat was een echt NSB'er, maar ook een echte Utrechter. Hij was directeur van De Benenkluif, een fabriek waar ze beenderen van dieren behandelen. Daar kwam een ongelofelijk stank van. Als je oude Utrechters ernaar vraagt trekken ze een vies gezicht."
De proclamatie van Frits Müller.
De proclamatie van Frits Müller. © Utrechts Archief
Een tweede stakingsdag komt niet van de grond. "Mensen hadden geen zin om dood geschoten te worden voor de staking." Amsterdam en Zaandam (waar ook werd gestaakt) kregen enorme boetes. Utrecht niet. "Openlijk werd lof gezaaid aan Müller, die later nog burgemeester van Rotterdam werd. Dat vind ik interessant, hoe trots de Duitsers waren dat het binnen een dag was opgelost."

Herdenking

Elk jaar wordt de februaristaking op 25 februari herdacht in Amsterdam. In Utrecht is geen aparte herdenking. Wel legt de gemeente elk jaar een krans bij de landelijke herdenking in Amsterdam voor stakers die het leven lieten.