DENK beschuldigt PVV van NSB-sympathieën in debat over Joodse compensatie

Een bekladde winkelruit in de Lange Elisabethstraat in Utrecht, 1943 of 1944.
Een bekladde winkelruit in de Lange Elisabethstraat in Utrecht, 1943 of 1944. © WHJ Bruschwiler, collectie Het Utrechts Archief
UTRECHT - Wat een waardig moment in de Utrechtse gemeenteraad had moeten worden over een pijnlijk moment in de Utrechtse geschiedenis, eindigde in een ordinair politiek straatgevecht. De Utrechtse gemeenteraad beslist vandaag over een voorstel om diepe spijt te betuigen over het lot van de Joodse gemeenschap in Utrecht, die na de oorlog kil en zakelijk werd benaderd. DENK kaapte dat moment om aandacht te vragen voor het slavernijverleden van de stad, tot ongenoegen van andere partijen.
Utrecht kende voor de oorlog een kleine Joodse gemeenschap van circa 1600 mensen. Het grootste deel daarvan overleefde de oorlog niet. Ze werden afgevoerd naar concentratiekampen, waar ze werden vermoord. Slechts 400 Joden keerden na de oorlog terug in de stad. Hen wachtte echter een zakelijk en kil onthaal.

Geen hulp en compassie

Een recent onderzoek kon niet aantonen dat Joden - zoals in andere steden wel gebeurde - achterstallige belastingen moesten betalen. Maar wel stelde de commissie vast dat een Joodse familie moest opdraaien voor de kosten die de gemeente op eigen initiatief had gemaakt om een gevorderd huis op te knappen. En vast staat dat de terugkerende Joden in de stad niet de hulp en compassie kregen die zou passen bij het leed dat ze was aangedaan.
Daarom zou de gemeenteraad vandaag een voorstel aannemen, waarbij de gemeente Utrecht diepe spijt zou betuigen. Daarnaast wordt er een bedrag van 300.000 euro ter beschikking gesteld aan de Joodse gemeenschap "als gebaar voor het leed dat hen in de naoorlogse periode door de gemeente Utrecht is aangedaan".

Symbolisch moment

Het was de bedoeling dat PvdA-fractievoorzitter Rick van der Zweth kort het woord zou nemen en dat de raad eensgezind het voorstel zou steunen. De bedoeling was dat het meer een symbolisch moment zou zijn, dan een echt debat. DENK-raadslid Ismail el Abassi dacht daar echter anders over. Hij vroeg het woord, voor de PvdA.
El Abassi betoogde dat hij het vreselijk vindt wat de Joden is aangedaan in de oorlog, maar hij wilde van de gelegenheid gebruik maken de raad te vragen een onderzoek te starten naar de rol van de stad tijdens de Gouden Eeuw, met betrekking tot slaven. Ook wil hij dat de Roma en Sinti gecompenseerd zouden kunnen worden; ook zij waren slachtoffer van de nazi's.

NSB-sympathieën

Het leidde tot groot ongenoegen in de raad. De meeste fracties kozen ervoor om te zwijgen. De PVV deed dat niet. DENK en de PVV zijn in de raad gekende kemphanen. Het debatje dat vervolgens door Henk van Deùn werd aangekaart ontspoorde volledig, waarbij El Abassi de beschuldiging aan het adres van Van Deùn uitte dat hij en zijn partij NSB-sympathieën hebben.
Burgmeester Sharon Dijksma was zichtbaar geïrriteerd door de actie van DENK. "U doet geen recht aan de waardigheid van dit moment, en daar wringt de schoen," zei de burgemeester tijdens het debat in de richting van DENK. "U moet dit moment niet belasten met een politieke discussie en dat doet u wel."