Huizenprijzen blijven stijgen in provincie Utrecht, maar zorgen om aanbod: 'Dit schreeuwt om actie'

© RTV Utrecht
UTRECHT - De woningmarkt blijft oververhit ondanks de coronacrisis. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van makelaarsvereniging NVM. Landelijk gingen de huizenprijzen met 11,6 procent omhoog in het vierde kwartaal van 2020 ten opzichte van een jaar eerder. Een woning kost nu gemiddeld 365.000 euro.
In de provincie Utrecht betalen kopers veel meer. In de stad Utrecht en omgeving stegen de huizenprijzen met 12,3 procent naar gemiddeld 419.000 euro. Er werden 1.573 woningen verkocht, een stijging van ruim 2 procent. In de regio Amersfoort is de gemiddelde huizenprijs nu 407.000 euro, een stijging van 12,8 procent.
In toenemende mate verlaten huizenkopers de stad Utrecht. In de regio Woerden, waar het aantal verkopen met ruim 20 procent toenam in het vierde kwartaal, gingen de prijzen met 10 procent omhoog. Een woning kost hier gemiddeld 421.000 euro. In de regio Zeist-Bunnik was de prijsstijging 17,4 procent. De gemiddelde prijs ligt daar nu op 515.000 euro. Er werden hier 675 woningen verkocht (+2,7 procent).

Trek uit de stad

Er blijft een trend zichtbaar van mensen die de stad verlaten voor het oosten van het land. De prijzen in Zutphen en Hardenberg stegen het hardst van alle gemeenten. In de meeste grote steden stegen de prijzen fors, maar in Amsterdam bleef de prijsontwikkeling beperkt tot 3,4 procent. Hiermee is dit de regio met de laagste prijsstijging van heel Nederland. Dat komt omdat Amsterdam veel appartementen heeft en een erg hoog prijsniveau, waardoor de sterkste stijging eruit is.
Voor het tweede achtereenvolgende kwartaal ligt de landelijke prijsontwikkeling in een jaar boven de 11 procent. De NVM spreekt van een ongekende stijging. In dit 'coronajaar' zijn er 3,7 procent meer bestaande koopwoningen verkocht dan in 2019. "Daarmee was 2020 qua verkoop beter dan de twee voorgaande jaren", aldus de NVM.

Aanbod baart zorgen

Het afnemende aanbod van huizen blijft de grootste bron van zorg. In het vierde kwartaal van 2020 kende Nederland de krapste bestaande woningmarkt deze eeuw met een krapte-indicator van 1,9. Dit betekent dat kopers uit minder dan twee huizen konden kiezen.
NVM-voorzitter Onno Hoes: "Bijna alle politieke partijen hebben nu gelukkig veel aandacht voor dit maatschappelijke vraagstuk en het probleem erkend in hun verkiezingsprogramma's. Goede voornemens zijn het begin, maar de woningmarkt schreeuwt om actie. We hebben écht een substantiële toename van het aantal woningen nodig, zodat ze betaalbaar blijven en mensen een passende woning kunnen betrekken. Naast het bestrijden van de coronacrisis en het aanjagen van de economie moet het volgende kabinet de woningmarkt als de derde prioriteit integraal aanpakken."