Studeren in coronatijd: Kreshma krijgt weer les in het laboratorium

UTRECHT - Maandenlang kregen studenten van de Universiteit Utrecht les op afstand. Praktijklessen gingen door de coronacrisis niet door. Derdejaarsstudente Farmacie Kreshma Sidiq krijgt eindelijk weer les in het laboratorium. Wel moet zij zich aan een aantal regels houden om de praktijklessen veilig te volgen. Kreshma: "Het is heel anders om fysiek bezig te zijn dan online over vage concepten te leren."
Het onderwijs is door corona sterk veranderd. Deze week brengen wij in de serie 'Studeren in coronatijd' de verhalen van vijf verschillende studenten of docenten. Vandaag neemt studente Kreshma je mee in haar les in het laboratorium.
In de laboratoriumzaal op de Uithof zitten tien studenten in laboratoriumjassen en met beschermende brillen op geconcentreerd te werken aan hun opdracht. De les ervoor moesten zij zelf een zetpil maken. In deze les moeten de studenten controleren of de zetpil de juiste hoeveelheden stoffen bevat.
Kresmha: "De docenten zijn tijdens de les heel streng op de regels"
Kresmha: "De docenten zijn tijdens de les heel streng op de regels" © RTV Utrecht
Kreshma (20) is blij dat ze weer naar de universiteit kan. "Je ziet eindelijk weer je studiegenoten. Het voelt goed om weer een dagroutine te hebben. Ik kom mijn bed en ga deur uit, in plaats van dat ik thuis zit." Ook vindt zij de les leerzamer. "Het is heel anders om fysiek bezig te zijn dan tijdens een online les over vage concepten te leren. Hier in het laboratorium zie je wat je aan het doen bent."

Pieper

Op iedere werktafel staan groene poppetjes en rode kruizen om aan te geven waar studenten mogen zitten. Zo mogen er aan een lange tafel maar drie studenten op anderhalve meter afstand van elkaar werken. In de laboratoriumzaal, waar normaal plek is voor dertig studenten, zitten er nu maximaal tien.
Hoe krijg je praktijkonderwijs in coronatijd?
"De docenten zijn bij het maken van de zetpil heel streng op de regels", vertelt Kreshma. "Alle spullen die je voor de les nodig hebt, liggen klaar in je la. Je werkt individueel aan een opdracht. Hierdoor blijf je vast op je plek zitten en houd je afstand van je studiegenoten."
Tijdens sommige praktijklessen spelt Kreshma op haar laboratoriumjas een pieper, die afgaat zodra studenten binnen anderhalve meter van elkaar komen. Kreshma: "Als je een keer opstaat om iets uit de kast te pakken, herinnert de pieper je eraan om afstand te houden. Dat is fijn, want het voelt natuurlijk om dichterbij je studiegenoten of docenten te komen."

Kleinere klassen

Studenten kunnen hierdoor niet meer samenwerken, maar dat heeft ook voordelen. Kreshma: "Je kan niet even snel spieken. Je moet heel zelfstandig werken, waardoor je meer leert." Dit merkt ook docent Willie van den Bogaard. "Voorheen werkten de studenten in groepjes van vier. Dan kan maar een de handelingen doen, terwijl de rest op zijn telefoon zit", vertelt hij.
Voor de studenten zijn de kleinere klassen fijn. De docent is meer beschikbaar, waardoor Kreshma makkelijker een vraag aan hem kan stellen. Maar voor docenten betekenen de opgesplitste klassen meer werk. Van den Bogaard moet dezelfde les meerdere keren geven en dat vindt hij intensief. "Na een werkdag ga ik alleen maar op de bank liggen."

Bij elkaar kruipen

Ondanks de strenge regels, blijkt het niet in elke les goed te gaan. Bij het analyseren van de zetpil moeten de studenten toch samenwerken om hun opdracht binnen de lestijd af te krijgen. Kreshma merkt dat afstand houden er dan makkelijk bij inschiet. "Je ziet anderen dichterbij elkaar komen. Hierdoor ga ik dit zelf ook minder doen", geeft zij toe. "Je wordt beïnvloed door je omgeving."
Een docent-assistent houdt tijdens de les in de gaten of studenten voldoende afstand houden, maar die is zelf ook bezig met stof uitleggen. Ook Van de Bogaard valt het op dat studenten bij elkaar kruipen. Hij vertelt: "De docent-assistent moet de studenten erop wijzen dat zij te dichtbij elkaar zitten. Maar dat kun je dan de hele dag blijven roepen."