Verdriet in Kanaleneiland om reacties na rellen: 'Bewoners hebben juist erger voorkomen'

UTRECHT - "Ik voel pijn, woede en onbegrip als ik de reacties op sociale media lees. Ook van mensen die ons land besturen, las ik berichten over 'Marokkanen in de wijk Kanaleneiland'. Laat ik duidelijk zijn: het is in onze wijk gebeurd, maar het is van buitenaf gekomen", zegt wijkbewoner Karim Enahachi na de rellen van afgelopen vrijdagavond.
Enahachi spreekt van een "verrassingsaanval van buitenaf". Tot die tijd was het volgens hem vrij gemoedelijk in de wijk, en waren veel omwonenden uit nieuwsgierigheid gaan kijken en met elkaar aan het kletsen. De hele dag was er via sociale media opgeroepen tot rellen. "Als je leest dat er zoiets staat te gebeuren in je eigen wijk, ben je toch benieuwd."
Karim Ennahachi: 'Het is in onze wijk gebeurd, maar de relschoppers kwamen van buitenaf.'
Rond 20.30 uur veranderde dat gemoedelijke beeld. "Het begon met vuurwerk, daarna moesten bushokjes en een politiecamera het ontgelden. Iets voor 22.30 uur was het de beurt aan een auto. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen, toen heeft de politie ingegrepen."

Wijkbewoners sussen de boel

Veel wijkbewoners hebben zich tijdens de rellen en in de aanloop daarvan erg proactief opgesteld, benadrukt Enahachi. "Wijkbewoners zijn in groten getale de straat opgegaan om op te komen voor hun wijk. Dat hebben we samen gedaan met de buurtvaders, de vrijwilligers van de moskee, maar ook jongerenwerk heeft een hele grote bijdrage geleverd. Uiteindelijk moest de politie ingeschakeld worden, maar we hebben echt de hele avond geprobeerd het te sussen", aldus Enahachi.
Door het ingrijpen van wijkbewoners, zou erger zijn voorkomen. "Veel jongeren waren boos dat outsiders hier de boel terroriseerden. Vrijwilligers en jongerenwerkers hebben de boel vaak gesust. Dat zegt iets over Kanaleneiland. Ik ben zeer trots op mijn wijk. We vormen met zijn allen een front."
Volgens Enahachi wordt de wijk ten onrechte zwartgemaakt. "Terwijl het de laatste jaren echt fantastisch gaat. Ik vraag volwassenen in ons land om goed na te denken, voordat ze onze jongeren voor van alles uitmaken. Ze raken ons met uitspraken die ze niet op feiten baseren."