Utrechters weer deels naar kantoor: 'Maar we willen ook na de coronacrisis vaker thuiswerken'

PROVINCIE UTRECHT - Een meerderheid van de kantoorwerkers uit de provincie Utrecht heeft tijdens de coronacrisis thuisgewerkt, maar een groot deel gaat (binnenkort) weer naar kantoor. Dat blijkt uit een enquête van RTV Utrecht.
Wel willen veruit de meesten zowel op korte als op lange termijn afwisselend thuis en op kantoor werken. "Lekker in je pyjama achter de laptop en minder reistijd en gedoe met flexplekken, maar ook af en toe collega's zien."
Van de kantoorwerkers die de enquête hebben ingevuld, laat 87 procent weten thuis te hebben gewerkt. Maar 65 procent geeft aan (binnenkort) weer (deels) op kantoor te gaan werken, 13 procent weet het nog niet.
Meer dan de helft van de ondervraagden wordt door de werkgever vrijgelaten in de keuze om weer op kantoor of juist thuis te werken. Een kleine minderheid van 7 procent zegt zich heel erg onder druk gezet te voelen om weer naar kantoor te gaan.
De enquête geeft een beeld van de ervaringen van kantoorwerkers die RTV Utrecht volgen, maar is niet representatief voor alle kantoorwerkers in de provincie Utrecht. Bijna 1000 kantoorwerkers uit de regio vulden de enquête in. Ze werken in verschillende branches, veelal in de financiële dienstverlening, zakelijke dienstverlening, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening en op gebied van ICT, media en communicatie.
"Bij ons werkt iedereen nu nog thuis. Maar de kantoren worden op dit moment ingericht met een bezetting van 30 procent voor als terugkeer straks weer mogelijk is", zegt Monique de Jong, managementassistent bij de Rabobank in Utrecht.

"Geen druk ervaren"

Of en wanneer is nog niet duidelijk, maar als het zover is, dan wordt terugkeer voor De Jong en haar collega's een vrijwillige keuze. "Daar ben ik wel blij mee. Mijn man heeft vorig jaar een hartaanval gehad en mijn kleinzoon heeft diabetes. Ik wil het risico op besmetting met corona minimaal houden."
Ook Bert Klop uit Zeist, werkzaam bij het UWV in Utrecht, werkt al sinds maart vanuit huis. En hoewel er bij hem op het werk inmiddels weer sprake is van een gefaseerde terugkeer met een bezetting van 25 procent, verwacht hij niet verplicht terug te hoeven komen naar kantoor.
"Ik ben een hartpatiënt en ben met 62 jaar een van de ouderen op de werkvloer. Normaal gesproken begeleid ik op kantoor elke dag drie klanten die in het UWV zitten. Nu doe ik dat via videobellen en dat gaat prima. Ik krijg gelukkig alle medewerking van mijn werkgever", aldus Klop.

Geen blijvende optie

Maar het thuiswerken is niet voor iedereen een blijvende optie. Een aantal van de ondervraagden geeft aan niet alle werkzaamheden vanuit huis uit te kunnen voeren. Zo ook de Utrechtse Jos Lam, die als process controller werkt bij Fenix Outdoor in Almere.
"Ik heb een supportfunctie. Ik of iemand anders van onze afdeling moet wel naar kantoor komen. Dat kunnen we vrij inplannen. In het begin werkten we nog wel vanuit huis. Maar halverwege april hebben we een testsysteem ingevoerd, waarbij je de eerste twee weken op kantoor moest werken en daarna zes weken thuis. Maar die zes weken vond ik te lang. Je krijgt te weinig mee van kantoor.

Thuiswerken

Een groot deel van de ondervraagden heeft het thuiswerken positief ervaren. Een betere concentratie en efficiënter werken, niet hoeven reizen met het openbaar vervoer, kostenbesparing: het is een greep uit de veelgenoemde reacties.
Karin Hellema uit Utrecht, projectmanager bij de overheid, ziet het voordeel er ook van in, al heeft zij nog geen van haar collega's persoonlijk ontmoet. Tijdens de coronacrisis solliciteerde zij op deze functie en kreeg de baan.
"Mijn werkgever heeft een laptop bij mij thuis afgeleverd. En ik ben zelf één keer in de hal van het kantoor geweest om een telefoon en een iPad op te halen. Dat was het. Best wel gek, maar ook wel grappig. Ik leer mijn collega's nu kennen in hun persoonlijke situatie. Dan zie ik tijdens het videobellen een wasrek, hun kinderen, hun keukentafels."
Het thuiswerken is efficiënt. Tussendoor kan ik de hond uitlaten
Karin Hellema
Toch vindt Hellema het fijn om vanuit huis te werken. "Het is efficiënt. Tussendoor kan ik de hond uitlaten. En mijn man en ik hebben de luxe dat de kinderen de deur uit zijn. We hebben een flexwerkplek ingericht in een kamer op de eerste verdieping en op zolder. De zolder is wel de fijnste plek."
Dat kan Haymo de Kort, de echtgenoot van Hellema, beamen. "Daar maken we wel eens 'ruzie' over, wie er op zolder gaat werken", zegt hij lachend. "Want de wifi is daar ook beter. Maar in die kamer op de eerste heb ik nu een betere wifi geregeld. En ik heb een bureau op Marktplaats gekocht en een bureaustoel van mijn werk meegenomen."
Niet iedereen vindt het thuiswerken even ideaal. Marco van Dongen, werkzaam op de serviceafdeling van Bam in Bunnik, werkt inmiddels weer grotendeels op kantoor. Hij kon niet wachten om weer terug te keren. "In maart kwamen we allemaal thuis te zitten; mijn partner, ik en onze drie kinderen, waaronder een tweeling van tien jaar. Toen begon het circus. Dan moet je opeens, terwijl je geen leraar bent rekenmethodes uit gaan leggen tijdens het werk door. We hebben ook niet alle ruimte in huis. En dan nog het werk zelf; bij ons op de serviceafdeling is het toch wel belangrijk dat iemand er zit."

Afwisselend thuis en op kantoor

Een grote meerderheid van de ondervraagden zegt voorlopig (70 procent) én op lange termijn (81 procent) afwisselend thuis en op kantoor te willen werken. Veel kantoorwerkers wijzen op het contact met de collega's, maar zijn ook overtuigd van een hogere productiviteit thuis.
"Als ik lang thuis zit, krijg ik te weinig mee van kantoor. Maar soms heb ik klussen waarbij ik ongestoord bezig wil zijn. Dan vind ik het fijn om alleen thuis te werken aan mijn keukentafel. Als het aan mij ligt, mag deze werkwijze ook doorgetrokken worden op lange termijn", zegt Jos Lam, die nu drie dagen in Almere werkt en twee dagen vanuit zijn huis in Utrecht.
Ook Haymo de Kort is voorstander van thuiswerken. Het is een thema dat al vaker bij hem op het werk is aangekaart, nog vóór de coronacrisis. "Ik wilde zelf juist heel graag thuiswerken. Ik ben assessment psycholoog bij Berenschot in Utrecht. Als ik onderzoek doe, ben ik op kantoor. Maar als ik klanten moet spreken, reis ik normaal gesproken door het hele land. Dan moest ik weer naar Groningen en dacht ik: kan dat niet via FaceTime? Maar op het werk werd steeds gezegd dat dat niet mogelijk was. En nu in deze coronatijd kan het opeens wel."
Je wordt gewoon gaar van dat videobellen
Karin Hellema
Hoewel het videobellen een uitkomst was voor veel thuiswerkers de afgelopen maanden, ervoeren sommige respondenten ook de nadelen ervan. "Je wordt gewoon gaar van dat videobellen", zegt Karin Hellema. Ook Bert Klomp moet voor zijn werk bij het UWV regelmatig videobellen: "Dat vindt mijn vriendin niet leuk. Dan gaat ze buiten zitten."

Zorgen over corona

Een derde van de ondervraagden geeft aan zich in meer of mindere mate zorgen te maken als er weer op kantoor gewerkt gaat worden. Dat hangt deels samen met de persoonlijke situatie. Sommige respondenten zeggen zich zorgen te maken omdat zij tot een risicogroep behoren of een partner of familielid hebben die daartoe behoort.
Maar er is ook een groep die geen vrees heeft voor het virus bij terugkeer naar kantoor. Karin Hellema is daar een van. "Tenzij er een tweede golf komt natuurlijk. Maar ik zie dat op veel plekken kantoren zo ingericht worden dat je die afstand wel houdt, al weet ik dat je die soms ook vergeet."
"Maar dat kan ook op andere plekken", vult Marco van Dongen aan. "Ik zou mij op dit moment minder prettig voelen in de sportschool dan op kantoor."