51 leerlingen 'kwijt' in Utrecht, ook zorgen over kwaliteit thuisonderwijs

© Pixabay
PROVINCIE UTRECHT - Scholen in Utrecht krijgen met 51 leerlingen geen contact. Ondanks mailtjes, bellen en langsgaan, lukt het basisscholen en middelbare scholen niet om deze kinderen te bereiken. In Amersfoort waren er twaalf gevallen waarin het een school niet lukte om een kind te bereiken, maar volgens de gemeente is met al die kinderen inmiddels wel contact geweest.
De Algemene Vereniging Schoolleiders meldde gisteren dat er in heel Nederland met zo'n 5200 leerlingen geen contact is sinds de scholen dicht zijn vanwege corona. Ondanks mailen, bellen, appen, brieven sturen en zelfs langs de deur gaan, is het niet gelukt deze kinderen te spreken. Dat blijkt uit een peiling onder 968 schoolleiders. Het probleem zou vooral in de grote steden spelen.
De grote aantallen, zoals in steden als Amsterdam en Den Haag waar honderden leerlingen 'kwijt' zijn, zijn in deze regio niet aan de orde. Dat blijkt uit een rondgang van RTV Utrecht. Toch zijn er ook bij de scholen hier zorgen. Over de moeite die het kost om kinderen te bereiken, over de zorg voor kwetsbare kinderen en over de kwaliteit van het thuisonderwijs.

KINDEREN LASTIG TE BEREIKEN

Hoewel basisscholen en middelbare scholen in Utrecht en Amersfoort contact hebben met het overgrote deel van hun leerlingen, wil dat niet zeggen dat het contact altijd soepel verloopt. Het kost scholen in sommige gevallen de grootst mogelijke moeite om de kinderen te bereiken. Docenten, intern begeleiders en directeuren mailen, bellen en appen naar de gezinnen. En als er dan nog steeds geen reactie komt, gaat er soms zelfs iemand van de school langs de deur.
Maar ook dat heeft niet altijd resultaat. In die gevallen kan bijvoorbeeld een leerplichtambtenaar ingeschakeld worden of iemand van Jeugdzorg. Zij zijn er niet op uit om de ouders bijvoorbeeld te beboeten, maar bekijken hoe een kind alsnog bij het onderwijs betrokken kan worden.
Hoewel het krijgen van contact soms al lastig genoeg is, is dat pas de eerste stap. Het gaat er uiteindelijk om dat de leerling ook dagelijks meedoet aan het onderwijs. En ook dat blijkt een punt van zorg. Cijfers zijn er niet, maar verschillende scholen zeggen dat er leerlingen zijn met wie wel een eerste contact is geweest, maar die later alsnog van de radar verdwenen.

LAPTOP OF TABLET

Het thuisonderwijs zelf kent ook de nodige uitdagingen. "Het begint al met het niet kunnen maken van huiswerk. Vier kinderen die op één telefoon van mama hun schoolwerk moeten doen", schetst Arie Schilling. De Utrechter is coördinator bij het Jeugdeducatiefonds en regelt bijvoorbeeld laptops voor kinderen die er niet een hebben en daardoor geen thuisonderwijs kunnen volgen. "Het is niet aan te slepen", zegt hij.
De afgelopen periode verdeelde alleen zijn organisatie al enkele duizenden laptops onder kinderen. Ook scholen zelf en bijvoorbeeld gemeenten spannen zich in om kinderen te voorzien van een laptop of tablet zodat ze thuis mee kunnen doen aan de lessen.
We hebben zorgen over leerlingen die niet goed tot leren komen.
Christian van den Brink van Stichting Meerkring

KWETSBARE KINDEREN

Maar die faciliteiten zijn nog relatief eenvoudig op te lossen, zegt Petra Sophie Jansen van de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU). Grotere zorgen zijn er bijvoorbeeld over de kwetsbare kinderen. "Wanneer we vermoeden dat er een moeizame thuissituatie is, wordt daar extra aandacht aan besteed."
Dat kan een intern begeleider van school zijn die belt met de ouders om ze tips en handvatten te geven voor het thuisonderwijs. Of kinderen die 1 op 1 gebeld worden door de leraar, gewoon om even te vragen hoe het gaat.
En als er thuis sprake is van een onveilige situatie, kan een kind ook worden opgevangen op een van de ruim twintig scholen van de KSU. "Zij kunnen dan, net als de kinderen van ouders met vitale beroepen, een paar keer week naar school komen", vertelt Jansen. Op haar school wordt dit in enkele gevallen al gedaan en ook andere scholen in de regio hebben hun deuren geopend voor deze kinderen.

WORSTELING

Maar ook voor de gezinnen waar alles wel op rolletjes loopt en er genoeg laptops en tablets zijn, kan het thuisonderwijs soms een worsteling zijn. De omstandigheden zijn gewoon anders dan anders. Broertjes of zusjes om je heen, ouders die thuis aan het werk zijn en geen leraar die rondjes door de klas loopt en je vragende blik ziet.
"We hebben wel zorgen over leerlingen die niet goed tot leren komen", vertelt Christian van den Brink van Stichting Meerkring, waar 21 Amersfoortse basisscholen bij zijn aangesloten. Want ondanks dat scholen er alles aan doen om de leerlingen zo goed mogelijk bij te staan, zijn er zorgen dat kinderen een achterstand oplopen.

DOCENTEN VERWACHTEN PROBLEMEN

Uit een vandaag verschenen peiling onder basisschoolleraren blijkt dat één op de drie problemen verwacht voor leerlingen als zij nog vier weken thuisonderwijs krijgen. Als de scholen tot zomervakantie dicht zullen blijven, verwacht zelfs driekwart van de docenten grote problemen.
Ze vrezen bijvoorbeeld dat leerlingen minder gemotiveerd worden, dat het afstandsonderwijs te veel van ouders vraagt, dat leerlingen met een achterstand alleen maar meer achterop raken en dat zwakke leerlingen hard getroffen worden.

ACHTERSTANDEN BIJSPIJKEREN

Op de verschillende scholen wordt daarom niet alleen gewerkt aan het optimaliseren van het thuisonderwijs, maar wordt ook gekeken naar hoe het verder moet als iedereen weer naar school kan. "Hoe gaan we maatwerk leveren om die achterstanden weer bij te spijkeren", zegt Van den Brink.
Genoeg zorgen dus nog. Toch is Van den Brink ook heel trots op hoe nu het digitale onderwijs is ingericht. "Binnen heel het onderwijs en ook onze stichting is zo knap die omslag gemaakt. Het afstandsonderwijs, de opvang van kinderen, het fysiek gemis van de kinderen, dat doet veel met mijn medewerkers. Maar er gebeuren ook veel mooie dingen."