Opnieuw 28 jaar cel geëist voor moord op broer kroongetuige in Amsterdam

© ANP
UTRECHT - Er zijn nog altijd "duizend vragen" onbeantwoord over de liquidatie van Reduan B., de broer van kroongetuige Nabil B. Dat zei het gerechtshof in Amsterdam vandaag tijdens de behandeling van het hoger beroep tegen verdachte Shurandy S. Net als bij de eerdere rechtszaak eist het Openbaar Ministerie tegen hem 28 jaar gevangenisstraf.
S. (41) heeft eerder toegegeven dat hij de schutter was, maar hij houdt vol dat hij niet wist dat het ging om de broer van de kroongetuige. Dat herhaalde hij ook vandaag. Hij wil ook nog altijd niets vertellen over zijn opdrachtgevers. S. zou 100.000 euro aangeboden hebben gekregen voor de moord, maar hij kreeg naar eigen zeggen geen cent.
Justitie en politie gaan er vanuit dat de opdracht kwam van de bende van de gezochte crimineel Ridouan Taghi uit Vianen. Aangenomen wordt dat hij de Utrechter Nabil B. wilde 'straffen' omdat hij als kroongetuige een boekje open heeft gedaan over Taghi en zijn bende in het langlopende liquidatieproces Marengo. In september werd ook de advocaat van Nabil, Derk Wiersum, geliquideerd.

KOELBLOEDIG EN KNULLIG

De liquidatie van Reduan B. was eind maart 2018 in Amsterdam. Dat gebeurde volgens het hof even koelbloedig als knullig. Shurandy S. ging een dag voor de moord al op pad om zijn opdracht uit te voeren, maar dat mislukte tot twee keer toe.
Op de dag zelf liep hij het bedrijfspand van Reduan B. binnen en schoot hem daar met meerdere kogels dood. In het pand verloor hij een handschoen met daarop zijn dna. Vervolgens probeerde hij zijn vluchtauto in brand te steken, maar dat mislukte. S. verwondde zichzelf daar ook bij. Binnen 24 uur was S. als verdachte in het vizier. Hij bekende al snel daarna.
Ook volgens het hof heeft S. "onder ontzettend grote druk van het milieu gehandeld of moeten handelen". Het hof verwonderde zich erover dat juist S., die wordt ingeschat als bovengemiddeld intelligent, zich heeft laten inhuren voor de moord. Op een beperkte verslaving aan cocaïne na, leek hij zijn leven redelijk op orde te hebben. Volgens S. zelf zag hij destijds het leven niet meer zitten.
De rechtbank veroordeelde S. eerder tot twintig jaar celstraf voor de liquidatie. Het Openbaar Ministerie vond die straf te laag en ging in hoger beroep. Daarom buigt nu het gerechtshof zich over de zaak. Het hof zal op 16 december uitspraak doen.