Stintfabrikant Bilthoven vreest einde van zijn bedrijf

Stintum-directeur Edwin Renzen in een interview met de NOS.
Stintum-directeur Edwin Renzen in een interview met de NOS. © NOS
BILTHOVEN - De fabrikant van de Stint vreest het einde van zijn bedrijf in Bilthoven. Nu Infrastructuur-minister Cora van Nieuwenhuizen de elektrische bolderkarren van de openbare weg heeft gehaald is het vertrouwen in zijn product nog meer beschadigd, zegt hij.
De minister besloot dat de 3500 Stints die in Nederland reden met ingang van vandaag niet meer aan het verkeer mogen deelnemen. Ze baseert zich op voorlopige resultaten van een onderzoek naar het voertuig en het dodelijke spoorongeluk in Oss enkele weken geleden. Daaruit blijkt dat de Stint mankementen kan vertonen, waardoor hij plotseling stilvalt of juist niet meer stopt. Bovendien heeft de fabrikant na de officiële keuring het ontwerp aangepast, zonder dat opnieuw aan het ministerie voor te leggen.

TE VROEG

Stint-directeur Edwin Renzen zegt tegen de NOS dat de minister te vroeg heeft gehandeld. Hij sprak afgelopen weekend met de Inspectie voor Leefomgeving en Transport. Nadat de ILT de minister maandag heeft geïnformeerd, schorste ze de Stint. "Het lijkt erop dat de informatie die ik zaterdag en zondag heb gezien slechts gedeeltelijk overgedragen is naar de minister. En op basis daarvan moet alles stilgelegd worden."
Renzen verbaast zich ook over de haast die de minister lijkt te hebben. "Er is geen tijd meer voor overleg. Het moest in het weekend besproken worden. Waarom niet op maandag, met gespecialiseerde partijen erbij? Ik had er graag gestaan om naar de informatie te kijken met mensen die er óók vanaf weten."

VERTROUWEN

Het besluit kan volgens Renzen weleens de nekslag voor zijn bedrijf Stintum in Bilthoven betekenen. "Het vertrouwen in het product is geschaad en bij kinderopvang draait het om vertrouwen. Mensen besteden hun kinderen uit aan anderen en daar moet een goed gevoel bij zitten."